Klimaatverandering is funest voor de koffieboer.

 

 

 

 

 

Koffie is overal. Op werk, bij de buurvrouw, thuis, of je scoort een koffietje middels je laatste spaarcenten op het station: per dag drinken we in Nederland zo’n 50 miljoen koppen koffie per dag, wat neerkomt op 125 liter koffie per persoon, per jaar. Maar wil jij over een paar jaar je dag nog starten met je dagelijkse kopje zwarte goud? Dan is er werk aan de winkel. Volgens schattingen is er in 2050 de helft minder koffie beschikbaar. En dit is nog onze eigen schuld ook.

Vraag op een willekeurige stranddag in Zandvoort of mensen last hebben van de klimaatverandering en iedereen zou je uitlachen. Maar vraag je het aan een koffieboer in Ethiopië, dan hoor je een ander verhaal. „Klimaatverandering bedreigt 25 miljoen koffieboeren wereldwijd. En in totaal zijn er 125 miljoen mensen afhankelijk van de koffieplant”, zegt klimaatexpert Reinier van den Berg tegen Metro. „Voor deze mensen wacht een zwarte toekomst.”

Wat gebeurt er dan precies? 

De koffieplant is een veeleisende plant qua temperatuur. Hij kan namelijk niet groeien in temperaturen boven de 24 graden. „De klappen van het klimaat zijn voor een koffieplant enorm”, zegt van den Berg. „Door de massale uitstoot van broeikasgassen, met name CO2, wordt onze aarde steeds warmer. De armste landen hebben het minst bijgedragen aan deze uitstoot, maar ondervinden wel de meeste problemen.” 

In Nederland heb je vier seizoenen, maar in de landen waar de koffie wordt verbouwd ligt dat anders. „Daar heb je een kleine en een grote regentijd, maar door de klimaatverandering kan deze periode verschuiven of zelfs niet meer plaatsvinden”, zegt van den Berg. „Een ernstige zaak, want boeren kennen niet de juiste technieken en hebben niet de juiste middelen om zich te wapenen tegen deze weersomstandigheden.” De droogte is gevaarlijk: een halve graad aan opwarming is al funest voor de gehele koffieproductie. 

Noodklok luiden

„Het zou mooi zijn als we met zijn allen op de rem trappen, maar dit gebeurt simpelweg gewoon niet”, zet van den Berg. „Het is belangrijk dat mensen zich bewust worden van deze situatie”. 

Koffieboeren moeten manieren zien te vinden om dit op te lossen. Daarom is bijvoorbeeld Stichting Max Havelaar in Kenia de eerste Fairtrade Climate Academy gestart. Die helpt boeren niet alleen hun productiemethoden aan te passen aan nieuwe omstandigheden, maar onderzoekt ook hoe zij nieuwe inkomstenbronnen kunnen aanboren en kunnen omschakelen naar duurzame energie. Boeren leren dit eerst van experts, daarna geven ze hun kennis door aan elkaar. 

Zelf kunnen we natuurlijk ook wel een klein beetje bijdragen aan de moeilijke omstandigheden. „Door bijvoorbeeld Fairtrade koffie te kopen help je de boeren al heel veel. Dan verdienen ze er tenminste aan, en kunnen ze ook investeren in het milieu. Dan kunnen ze rondkomen”. 

De volgende keer misschien toch maar het goedkoopste koffiemerk links laten liggen. Dan drinken we niet alleen ons kopje zwarte goud met liefde, maar geven we ook een beetje liefde weg. Want wij Nederlanders zijn een koffieland: wij hebben alles over voor ons kopje koffie. 

Nu nog alles over hebben voor deze 25 miljoen koffieboeren.